Tjimahi                   4e en 9e Bataljon                  W-Java

 

                                                                                                20-3-2013

Japans kamp, Opvangkamp

 

Andere benaming

Kamp 4 Tjimahi

 

Ligging

Dit kamp lag in het noord-westelijk stadsdeel, begrensd door Kampementsweg, Stationsweg (spoorlijn), Gedong Delapan (Racebaan) en Gedong Empat.

Het kamp was ondergebracht in de kazerne-gebouwen. Tijdens de Japanse bezetting was het eerst een krijgsgevangenkamp, vanaf februari 1944 een burger-mannenkamp.

 

Kampcommandant

sergeant Segami (Japanner), korporaal Yamagami (Koreaan) en sergeant Sunakawa ; Hr F. de Vries (sept 1945)

Kampbewaking

heiho’s, Japanse soldaten, Britse militairen, Nederlandse militairen

Kampleiding

Hr Heintz Stein

 

Transporten

datum

binnengekomen

uit

vertrokken

naar

aantal

per

transport

aantal

in

kamp

type

personen

 

JAPANS KAMP

 

 

 

23-08-1945

 

 

 

8000 (1)

jo,ma

 

OPVANGKAMP

 

 

 

xx-09-1945

 

Vertrokken

 

 

jo,ma

07-09-1945

 

 

 

7000 (2)

jo,ma

xx-10-1945

Omgeving

 

 

 

ma,vr,ki (3)

xx-10-1945

 

Vertrokken

 

 

ma,vr,ki

17-10-1945

 

 

 

3500 (4)

ma,vr,ki

xx-11-1945

 

 

 

4000 (5)

ma,vr,ki

xx-04-1946

 

Evacuatie (6)

 

0

ma,vr,ki

jo=jongens, ki=kinderen, ma=mannen, vr=vrouwen
(1) schatting op basis van Atlas Japanse kampen I, pg 112-113

(2) peildatum Schouten, pg 68

(3) Indo-Europeanen, die bescherming zochten

(4) peildatum Schouten pg 77 (3300 jongens en mannen, 200 vrouwen en kinderen)

(5) Quack pg 84

(6) het kamp werd opgeheven

 

Wonen

De gebouwen waren tamelijk nieuw, men verbleef in lange zalen met “boxen”; er was elektrisch licht. Som­migen hadden een tafel en enige stoelen.

Kampbewoners

Er waren veel gezinnen met (veelal kleine) kinderen: mannen, die in dit kamp zaten bij de Japanse capitulatie, die hun vrouw en kinderen lieten overkomen en Indo-Europese gezinnen uit Tjimahi en omgeving, die zich bedreigd voelden door de pemoeda’s en bescherming zochten in dit kamp. Er waren veel moeders in blijde verwachting (op een zeker moment 257).

Voeding

De voeding bestond uit ’s morgens brood, ’s middags rijst met spek en ’s avonds opnieuw rijst met spek; verder koffie en thee met suiker, alles in voldoende hoeveelheden; het werd verstrekt door een centrale keuken, de kampkeuken. Sommigen hadden een anglo (gestookt met houtskool), waarop zij zelf gekochte etenswaren bereidden; water werd gekookt met zelfgemaakte elektrische dompelaars.

De Indonesische nationalisten kondigden in november 1945 een voedselboycot af, waardoor groenten, vlees, eieren en fruit nog maar sporadisch of in het geheel niet het kamp binnenkwamen. Hierdoor kreeg men zeer eenzijdig (en eentonig) voedsel. Soms kwam er wat fruit het kamp binnen, maar dat moest men dan zelf bijkopen (tegen zeer hoge prijzen).

Zo nu en dan kwamen Rode Kruis-pakketten aan met corned beaf, chocolade, bacon, blikje kaas, boter, sigaretten e.d. Sommigen kregen extra voedsel via pakketten van familie in Nederland. Alles werd aangevoerd via het vliegveld Andir in Bandoeng.

Geldmiddelen

Er werd nog steeds gehandeld met het Japans geld (niet met NICA-geld).

Kleding

Er was voldoende kleding, zoals ook sokken, schoenen, lange broeken, kahki ondergoed.

Sanitair

Er waren geen WC’s, men moest hurken boven een open goot.

Water

Er was ruim voldoende water (en zeep).

Hygiene

Er waren veel wandluizen, die konden worden bestreden met Derritpoeder (een insecticide); er waren ook veel kleerluizen, muskieten en witte mieren.

Medische zorg

Zieken werden overgebracht naar het Militaire Hospitaal; gezinsleden konden de zieken op bepaalde uren van de dag bezoeken. Kampbewoners werden ingeënt tegen tyfus, cholera en dysenterie. Tand­heelkundige zorg was nagenoeg afwezig, omdat er geen vulmateriaal was.

Toestand

Half oktober 1945 brak de bersiap-periode aan; de toestand buiten het kamp werd steeds on­veiliger; als gevolg hier­van vluchtten vele Indo-Europeanen, zowel mannen, vrouwen als kinderen, het kamp binnen. ’s Nachts vonden regelmatig schietpartijen rondom het kamp plaats; het kamp werd niet direct aangevallen. In verband met de voortdurende schietpartijen werd in november 1945 het kamp beter beveiligd door middel van prikkel­draad­ver­sper­ringen, zandzakken en mitrailleursnesten; in januari 1946 kwam er versterking in Tjimahi in de vorm van Nederlandse militairen. Toch kwamen er zo nu en dan ernstige schietincidenten voor, waarbij pemoeda’s mor­tieren, geschut, zware en lichte mitrailleurs gebruikten. Soms werden vanuit lege huizen Neder­landers op straat onder vuur genomen. Hierbij vielen diverse dodelijke slachtoffers.

Familiecontact

Er kwam een goed lopend briefcontact met familieleden in andere kampen op gang. Soms waren de brieven geopend door de censuur.

Met Nederland was er een regelmatige postverbinding (een brief of pakket deed er van huis tot huis ongeveer 10 dagen over). De post kwam en vertrok via Batavia en het vliegveld Andir van Bandoeng; het vervoer van en naar Andir ging met gewapende convooien naar de kampen in Tjimahi.

Werkzaamheden

Sommigen hadden dagelijkse bezigheden in het kamp, waarmee zij wat geld verdienden, zoals administratie bijhouden op het kampkantoor (het berekenen van de steun en toelagen, die in het kamp werden verstrekt).

Feestdagen

Op 31 augustus 1945 (koninginnedag) werd een vlaggenparade gehouden en werden kinder­spelen en voetbal­wedstrijden georganiseerd, alsmede een cabaretavond.

 

Vertrek naar Nederland

Zij, die naar Nederland wilden, werden verdeeld in drie evacuatiegroepen: A is de urgentiegroep (zieken), in groep B zaten weduwen en wezen, in groep C zaten de overigen. Medio februari 1945 waren de groepen A en B ongeveer vertrokken en kwam groep C aan bod. Zij, die vanuit Batavia opgeroepen werden voor transport naar Nederland, werden met gewapende convooien naar het vliegveld Andir in Bandoeng gebracht om vervolgens per vliegtuig naar Batavia te gaan (transport per trein of auto naar Batavia was niet mogelijk door voortdurende overvallen van pemoeda’s op deze routes).

 

Gebeurtenissen

17-08-1945  Het corvee werd naar huis gestuurd.

22-08-1945  Tijdens een Groot Appèl werd de Japanse capitulatie bekend gemaakt: de Japanse commandant, een paar Japanse officieren, de Nederlandse kampleider met zijn helper en een tolk kwamen de poort bin­nen, de Jap klom op een tafel, salueerde naar de gevangenen, sprak met zijn hand op zijn samoerai, dat de oorlog was afgelopen (de tolk vertaalde zin voor zin), salueerde weer, klom van de tafel en verliet samen met zijn officieren de poort. Op het kampkantoor wapperde opeens de Nederlandse vlag, de kampleider klom op de tafel en kondigde de nieuwe regels af, zoals niet het kamp op eigen houtje verlaten (er was geen kleding, geen voedsel, geen geld; er waren geen bevrijdingstroepen: het was onveilig buiten het kamp), de schoonmaakcorvees weer aan het werk, enz. Daarna werd het Wilhelmus gezongen. Voor het eerst goed eten: 500 g rijst, sambal, soep met veel varkensvlees.

xx-08-1945  (een paar dagen later): Een Nederlands vliegtuig (een Catalina) kwam laag over het kamp, landde op de paardenrenbaan vlak achter het kamp, twee Nederlandse officieren kwamen een paar prominenten ophalen; binnen een kwartier vertrokken zij weer en even later vloog het vliegtuig weer laag over het kamp richting Batavia.

19-09-1945  Inmiddels waren veel brieven uit de vrouwenkampen binnengekomen.

                       Het eten was goed: veel rijst (400 gram per maaltijd), veel vlees en veel fruit.

21-09-1945  Er werden kleren uitgedeeld.

23-09-1945  Er werden sigaretten uitgedeeld, een pak Koa-sigaretten per persoon.

30-09-1945  De pemoeda’s werden agressief: er werden enige Europeanen vermoord, er werden vrachtauto’s en wapens ingepikt, er werd geprobeerd het Postkantoor te bezetten.

08-10-1945  De weg naar Bandoeng werd geblokkeerd door pemoeda’s met pantserauto’s en mitrailleurs.

xx-10-1945  De bersiap-periode brak aan; de toestand buiten het kamp werd steeds onveiliger; als gevolg hiervan vluchtten vele Indo-Europeanen, zowel mannen, vrouwen als kinderen, het kamp binnen. ’s Nachts vonden regelmatig schietpartijen rondom het kamp plaats; het kamp werd niet direct aangevallen.

 

Literatuur

Beekhuis, H. e.a. – Geïllustreerde Atlas van de Bersiapkampen in Nederlands-Indië 1945-1947, 2009, pg 65

Brugmans, I.J. – Gevangen op Java, dagboek uit een Jappenkamp, 2004, pg 135 (corvee gestaakt)

Delden, Mary van – Bersiap in Bandoeng, 1989, pg 100

Dulm, J. van e.a. – Atlas Japanse kampen, Deel I, 2000, pg 112, Deel II, 2002, pg 95

Herman-Dauvellier, C. – Kiki’s brieven (periode december 1945 – april 1946)

Heijmans-van Bruggen, Mariska – De Japanse bezetting in dagboeken, Kamp Tjimahi 4, 2002, pg 24, 40, 249

Liesker, H.A.M. – Jongens in de mannenkampen te Tjimahi, 1994, pg 206, 270 (plattegrond)

Poutsma, A. – Tjimahi, Moesson 30/2 (15.08.85), pg 12-13

Quack, R.B. – RAPWI-rapport Bandoeng, NIOD, IC 054943 e.v., pg 84

Schomper, Pans – Indië vaarwel, 3e druk, 1994, pg 185-198

Schouten, C. – RAPWI Geschiedkundig overzicht, NIOD, IC 081820, pg 68-91

Weijers, Gerard  in H.A.M.Liesker – Jongens in de mannenkampen te Tjimahi, 1994, pg 215-216

Woortman, Louk  in H.A.M.Liesker – Jongens in de mannenkampen te Tjimahi, 1994, pg 281-286

Zwanikken, Felix  in H.A.M.Liesker – Je denk, ken niet maar ken!!, 1997, pg 203-207

 

Plattegrond, tekeningen, foto’s

zie www.japanseburgerkampen.nl

 

 

Index          West-Java-kampen                 Tjimahi-kaart